Een werknemer heeft het recht om van het werk afwezig te zijn, met behoud van loon, voor familiegebeurtenissen. De werkgever moet hiervan liefst vooraf worden verwittigd. Bij het overlijden van een nabestaande mag een werkgever niet vragen om een bewijs van deelname aan de uitvaartplechtigheid. De verklaring van overlijden van de ambtenaar van burgerlijke stand kan als afdoende bewijs worden beschouwd. Sommige begrafenisondernemers en gemeentelijke administraties leveren attesten of aanvullende verklaringen af van aanwezigheid op begrafenissen, maar die zijn dus niet noodzakelijk voor het bekomen van klein verlet. Er bestaat geen officieel document dat gebruikt kan worden als aanwezigheidsbewijs. Het gezond verstand van de werkgever zou in principe een akte van overlijden of een rouwbrief aanvaarden.

De regelgeving staat uitgewerkt in: Attesten van aanwezigheid op begrafenissen – omzendbrief van 1 september 1994 – B.S. 22.9.1994